De beurzen in New York zijn donderdag zonder al te grote koersuitslagen gesloten. Beleggers verwerkten onder meer een tegenvallend cijfer over de ontwikkelingen in de Amerikaanse industrie en daarnaast data over de bouw en de arbeidsmarkt.

De Dow-Jonesindex met daarin de dertig belangrijkste Amerikaanse beursfondsen besloot de handelssessie 0,1 procent hoger op 18.419,30 punten. De bredere S&P 500 eindigde nagenoeg onveranderd op 2170,86 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,3 procent tot 5227,21 punten.

Een toonaangevend rapport over de Amerikaanse industrie wees op een onverwachte daling van de bedrijvigheid in augustus. Ook een cijfer over de bouwuitgaven in juli leverde een tegenvaller op. Daarentegen viel het aantal Amerikanen dat afgelopen week een werkloosheidsuitkering aanvroeg licht mee.

Autobouwers leveren in

Sterkste daler in de Dow was creditcardmaatschappij American Express met een verlies van 1,1 procent. Machinebouwer Caterpillar leverde 0,6 procent in. Bovenaan bij de hoofdfondsen stond retailreus Wal-Mart met een plus van 2 procent. Sportkledingmaker Nike kreeg er 1,6 procent bij.

De drie grootste Amerikaanse autobouwers leverden in na tegenvallende verkoopcijfers over de maand augustus. Fiat Chrysler en Ford verloren respectievelijk 1 en 1,3 procent van hun beurswaarde. Bij branchegenoot General Motors (GM) bleef de schade beperkt tot een koersverlies van 0,4 procent.

Financieringsproblemen Tesla

Tesla ging 5,3 procent omlaag. De fabrikant van elektrische auto's zou kampen met financieringsproblemen. Datzelfde zou gelden voor zonnepanelenmaker SolarCity, eveneens een bedrijf van Tesla-topman Elon Musk. Dat aandeel werd 9,1 procent minder waard.

Voedingsmiddelenbedrijf Campbell Soup leverde 6,3 procent in na publicatie van tegenvallende kwartaalcijfers en vooruitzichten. Ook softwarebedrijf Salesforce ging onderuit (min 4,4 procent) nadat het een teleurstellende omzetprognose voor het lopende kwartaal had afgegeven.

Amerikaanse ruwe olie werd 2,7 procent goedkoper en kostte 43,49 dollar per vat. De prijs van Brentolie zakte 2,5 procent tot 45,73 dollar per vat. De euro werd verhandeld voor 1,1200 dollar, tegen 1,1195 dollar aan het einde van de Europese beurshandel.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl